Dit ga je leren
In de BAG en WOZ worden oppervlakten van gebouwde objecten bijgehouden. In de BAG is dat de gebruiksoppervlakte bij verblijfsobjecten. Bij de WOZ gaat het om de gebruiksoppervlakte bij woningen en het verhuurbaar oppervlak bij niet-woningen. De oppervlakte in de BAG en WOZ moeten bij woningen gelijk zijn aan elkaar. Middels processen zullen de oppervlakte 100% gelijk gehouden moeten worden. Dat is een uitdaging. Een uitdaging waarbij de manier van afbakenen en berekenen bij BAG en WOZ eenduidig moet zijn.
Je leert verblijfsobjecten af te bakenen en de oppervlaktes daarvan te berekenen. Ook leert de cursist hoe deze oppervlakte in de WOZ verder verdeeld wordt en hoe de relatie tussen BAG en WOZ gelegd moet worden. Door veel te oefenen leert de deelnemer steeds weer iets nieuws.
Je ontvangt altijd een bewijs van deelname na het volgen van een cursus.
De volgende onderwerpen komen aan bod
- Wat behoort er tot het verblijfsobject?
- Wat zijn de 2D contouren?
- Wat reken je mee in de gebruiksoppervlakte?
- Wat neem je wel en niet mee in de oppervlakte?
- Het verschil tussen woningen en niet-woningen
- De WOZ opdeling in onderdelen
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.