Jip en het huisnummer dat geen huisnummer mocht zijn

DATA-Kracht
  | 
5 september 2025

Bij de gemeente Meerdijk gebeurt altijd wel wat, maar sommige dagen springen eruit. Zoals die maandag, toen Jip – medewerker BAG– de mailbox opende en een vraag aantrof waar Jip even zijn koffie voor moest neerzetten.

De aanleiding: een kleinschalig bouwplan met vijf woningen, elk netjes genummerd van 14a tot en met 14e. Voor de deur: een fietsenstalling. En dáárnaast – tromgeroffel – een technische ruimte. Tot zover niks geks. Tot de initiatiefnemer vroeg: “Mag die ruimte óók een huisnummer?”

Een fietsenstalling met ambitie
De ruimte boven de fietsenstalling bleek geen gewone berging te zijn. Volgens de aanvrager had die een “ontvangstfunctie” voor bewoners en buurtbewoners, waar men elkaar zou ontmoeten. “Een ontmoetingsruimte,” noemde die het. En dat zou – zo stond in zijn e-mail – betekenen dat de ruimte een zelfstandige gebruiksfunctie heeft. En dus een verblijfsobject is. En dus… een huisnummer verdient.

Daarbovenop voerde hij aan dat deze ruimte de hoofdaansluitingen en meters van het hele gebouw bevatte. Voor hulpdiensten en nutsbedrijven dus belangrijk om makkelijk te vinden. En – zo citeerde die de Handreiking Adressen – bij functies met een veiligheidsbelang is een aparte nummeraanduiding “wenselijk en toegestaan.”

Kortom: “doe niet moeilijk Jip, geef die fietsenstalling gewoon een huisnummer.”
Jip: vasthoudend en scherp als altijd
Jip las de mail, trok zijn wenkbrauw op en tikte terug. Kordaat, maar beleefd. En met gevoel voor nuance.
Jips eerste reactie was “geen verblijfsopject”.

Waarom? Omdat het hier simpelweg geen zelfstandige ruimte betreft. Geen ruimte met een eigen toegestane functie. Het is vergund als fietsenstalling, geen buurthuis. Dus op basis van de BAG-regels (en de bijbehorende beslisboom) telt deze ruimte niet als een zelfstandig object. En dus: geen nummer nodig.

Wat betreft de meters en hoofdaansluitingen? Natuurlijk belangrijk, erkent Jip, maar dat maakt het nog geen verblijfsobject. En een huisnummer maakt zo’n ruimte niet ineens veiliger of makkelijker vindbaar – de geometrie in de BAG is niet zó gedetailleerd. Daarbij: die nutsvoorzieningen zijn alleen voor de bewoners, dus geen publieke functie.

En ja, de BAG wil duidelijkheid in het adressenlandschap. Maar juist daarom worden er strikte criteria gehanteerd. Bergingen, fietsenstallingen en technische ruimtes die slechts ondersteunend zijn aan woningen, krijgen doorgaans géén eigen huisnummer.

Dus wie heeft er nu gelijk?
De aanvrager heeft absoluut zijn huiswerk gedaan – en z’n punt goed onderbouwd. Maar als het op de BAG aankomt, telt niet hoe goed je argumenteert, maar of iets voldoet aan de wettelijke criteria. En daar was Jip klip-en-klaar over: deze ruimte hoort bij het complex, is niet zelfstandig en krijgt daarom géén eigen adres.

Eind goed, al goed (zonder extra huisnummer)
Of de aanvrager helemaal blij was met het antwoord, weten we niet. Maar Jip heeft gedaan wat die moest doen: duidelijk, zorgvuldig en binnen de regels. 

En zo ging Jip weer verder met diens dag – klaar voor de volgende vraag, de volgende uitdaging, of gewoon nog een kop koffie.

Artikel uit de categorie:
Blog
top
© 2025 DATA-Kracht - Powered by Maatos

Stel Menus in in het Admin Paneel